2 december 2022
Gesprekken met je brein, de hele dag door. Iedereen heeft ze, je kunt ze niet vermijden. In het verleden waren deze gesprekken mijn vijand, altijd zocht ik maar afleiding om deze gesprekken uit de weg te gaan. Het was altijd negatief en veroorzaakte alleen maar problemen en vervelende gevoelens. Ik durfde nog geen 30 minuten alleen te zijn met mijn eigen gedachten. Bijvoorbeeld als ik vakantie had, en geen planning had… dat vond ik vreselijk. Want dan kwamen mijn gedachtes over eten. Mijn gedachten over wat allemaal niet goed ging. Ik kon maar beter afleiding hebben, althans dat dacht ik. 1. Neem eens de tijd om alleen te zijn met je gedachten, en luister naar ze. Hoezeer zijn deze gedachten een feit? Kan het tegenovergestelde ook waar zijn? 2. Stop met generaliseren: Bijvoorbeeld: “ik ben onzeker” Je bent niet onzeker over alles, zo maak je het alleen maar negatiever voor jezelf. - Waar ben je precies onzeker over? Wat kun je eraan doen? Wat gaat er wel al goed? Ook iedereen heeft zelfverzekerdheid in zich. Dus waar ben je wel zelfverzekerd over? (Ik weet het niet is geen antwoord hierop) 3. Maak je gedachten lichter, of draai ze om naar het positieve. - “Alles is verpest!” > “nu gaat het misschien niet zoals verwacht, maar morgen ga ik het beter doen!” Weglopen van je gedachten en van problemen, zorgt er alleen maar voor dat je ze even niet ziet. Maar zodra je terug bent, zijn ze er weer. Hoe vaker je dit gaat doen, hoe meer dit een gewoonte wordt. Bij mij gaat het nu onbewust. Aanpakken dus!